In de prehistorie experimenteerden onze voorouders al met zoete planten en vruchten. Toen zij honing ontdekten, konden ze hun geluk niet op ook al ging de oogst vaak gepaard met venijnige bijensteken.
Bij de oude Grieken werd honing het basisingrediënt voor zoete gerechten en dranken. Honing had echter één groot nadeel: het was een schaars product. Daarom was het ook duur. Een halve liter honing kostte in het oude Athene even veel als een schaap. Het lag dus voor de hand dat de mens op zoek zou gaan naar een alternatief.
Hoe ze erbij kwamen, weet niemand, maar op een dag besloten Hindoes uit Perzië rietstengels uit te persen en te koken. Zo ontstond er een zoete massa die ze lieten uitkristalliseren. Dit product noemden ze sarkara. Het woord suiker is hier van afgeleid.
In de 7de eeuw veroverden de Arabieren Perzië en viel de hele suikerrietteelt en suikerhandel in hun handen. Terug in hun thuisland ontdekten de Arabische zoetekauwen algauw hoe zij de suikerstroop konden zuiveren. Zo ontstond een donkerbruin, kleverig product dat zij Khurat al Milh noemden. Deze naam leeft nog voort in ons woord ‘karamel’.
Ook in de middeleeuwen was rietsuiker belangrijke koopwaar. In Noord-Europa was Brugge lange tijd de aanvoerhaven van de suiker, maar toen het Zwin verzandde, nam Antwerpen die rol over.
De Franse revolutie en de veldslagen van Napoleon Bonaparte zorgden er voor dat begin 1800 de Europese handel in rietsuiker helemaal stilviel. Mensen gingen op zoek naar een alternatief en ontdekten dat je ook heel goed suiker kon winnen uit een product uit de eigen achtertuin: de suikerbiet. De echte doorbraak van bietensuiker kwam pas na de afschaffing van de slavernij. De suikerrietplantages verloren in 1848 op slag hun gratis arbeidskrachten en de prijs van rietsuiker schoot pijlsnel omhoog.
Het verhaal van Tiense Suiker begint al in 1836. In dat jaar dienen Joseph Vandenberghe de Binckom en Pierre Van den Bossche een bouwaanvraag in bij het stadsbestuur van Tienen. De stad kende een vergunning toe en de geboorte van de Tiense Suikerraffinaderij was een feit.
Tegen het einde van 19de eeuw was de fabriek een middelgroot bedrijf. Dankzij talrijke technische verbeteringen en innovaties steeg de totale jaarproductie van geraffineerde suiker in Tienen van 7.000 ton in 1894 tot 62.000 ton in 1913. Het bedrijf begon in die tijd ook suiker te exporteren en nam andere Belgische suikerfabrieken over.
Na de Tweede Wereldoorlog bleef de Tiense Suikerraffinaderij voor belangrijke vernieuwingen in de suikerindustrie zorgen. Zo had het bedrijf onder meer de hand in de verbetering van de zaadselectie en de optimalisering van de bietenteelt. Ook op sociaal vlak verrichtte het bedrijf baanbrekend werk. Lang vóór de wetgever dit deed, voerde de Tiense Suikerraffinaderij het principe van het betaald verlof in en beperkte het de werktijd tot acht uren per dag.
Tegenwoordig is de Tiense Suikerraffinaderij onderdeel van de Duitse Südzucker Groep, marktleider op de Europese markt. Meer informatie lees je op www.tiensesuikerraffinaderij.com